Château Bellevue Saint-Estèphe AOP

Description

De prestigieuze Bordeaux vormt de geboortegrond van een breed scala aan kwaliteitswijnen, elk met z’n eigen typische karaktereigenschappen. Daarbij speelt de herkomst van de wijnen een belangrijke rol. Om het overzichtelijk te houden, wordt de herkomst van Bordeauxwijnen globaal verdeeld in twee gebieden: wijnen van de linker- en de rechteroever van de rivieren Dordogne, Garonne en Gironde. Aan de rechterzijde bevinden zich gerenommeerde gebieden als Pomerol en Saint-Émilion. Wijnen die hier worden gemaakt, worden gedomineerd door de Merlotdruif. Aan de linkerzijde vinden we Médoc in het noorden en Haut-Médoc in het zuiden, dit zijn de gebieden waar de prestigieuze Grand Crus Classés worden gemaakt. In wijnen uit dit gebied vertolkt Cabernet Sauvignon de hoofdrol. Saint-Estèphe is een van de subregio’s van Médoc en staat bekend als het gebied dat stoere en krachtige wijn voortbrengt. Het geheim: kiezels als warme kruik Saint-Estèphe is de noordelijkste van de vier beroemde gemeenten in Médoc: Saint-Estèphe, Pauillac, Saint-Julien en Margaux. De bodem hier heeft een zanderige oppervlakte met daaronder een dikke laag kiezelhoudende klei. Die kiezels houden de warmte van overdag vast en geven deze tijdens de koelere nachten als een soort warme kruik weer af. En daar houden de druiven in de 1,6 hectare grote wijngaard van Château Bellevue wel van. Zeker de Cabernet Sauvignon. Deze laatrijpende druif weet met name tegen het eind van het seizoen die extra warmte ‘s nachts goed te waarderen. Dit geeft de Cabernet Sauvignon uit Saint-Estèphe die extra kracht waar de wijnen uit dit gebied zo bekend om staan. De bodem in Saint-Estèphe bevat meer klei dan die in het naastgelegen Pauillac. Dit komt omdat kiezel door de rivier is afgespoeld, waardoor de afwatering langzamer gaat. En dan pikken de wijngaarden in de beroemde gemeente nog een graantje mee van de gunstige ligging ten opzichte van de Atlantische oceaan, die bijdraagt aan een voor de wijnbouw perfect klimaat: niet te koud in de winter en het vroege voorjaar en zelden te heet in de zomer en het najaar. Regen valt er voldoende, maar mocht er een jaar zijn met wat minder neerslag, dan lessen de grote rivieren in de omgeving de dorst van de wijnranken.